Deze vraag stelden wij op ons Instagram account. 100% van onze volgers denkt dat dit juist is. Dit klopt alleen niet helemaal. Alleen het slachtoffer zelf kan namelijk aanspraak maken op een vergoeding smartengeld. Een aantal nabestaanden kan sinds 1 januari 2019 echter wel aanspraak maken op affectieschade.
In deze blog leggen wij uit wat affectieschade is en wanneer je aanspraak kan maken op een vergoeding van affectieschade.
Affectieschade
Wanneer sprake is van zeer ernstig letsel of overlijden door een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, kunnen naasten of nabestaanden aanspraak maken op vergoeding van affectieschade.
Affectieschade is een financiële vergoeding voor het verlies en het verdriet dat hierdoor wordt ervaren en wordt daarom ook gezien als een vorm van smartengeld voor naasten en/of nabestaanden. Dit is vast gelegd in het Besluit Affectieschade dat op 1 januari 2019 in werking is getreden. Het doel is om nabestaanden en naasten een symbolisch bedrag te vergoeden als erkenning voor leed en als genoegdoening. Het betreft dus geen schadevergoeding.
Naasten en nabestaanden kunnen alleen aanspraak maken op een vergoeding van affectieschade als het ongeval of de mishandeling ná 1 januari 2019 heeft plaatsgevonden.
De bedragen variëren van vergoedingen tussen de € 12.500,- en € 20.000,- euro. Hoe hoog de vergoeding van de affectieschade zal zijn, hangt af van de relatie met het slachtoffer en of de schade is veroorzaakt door een misdrijf of door een ongeval.
Een voorwaarde voor het recht op affectieschade is dat er sprake moet zijn van overlijden of van ‘ernstig en blijvend letsel’ bij het slachtoffer. Maar wanneer is er nu precies sprake van ‘ernstig en blijvend letsel’? Hiervan is in ieder geval sprake wanneer het slachtoffer voor minimaal 70% blijvend invalide is. Soms is dit heel duidelijk het geval, bijvoorbeeld wanneer iemand door een ongeval een hoge dwarslaesie heeft opgelopen. Maar vaak is dit moeilijker te beoordelen. In de toelichting van het Besluit Affectieschade wordt ook zeer ernstig letsel beschreven die een blijvende invloed heeft op de realtie. Je kan daarbij denken aan een ernstige aantasting van de geheugenfunctie en het verlies van het vermogen tot spreken.
Wie aanspraak kan maken op een vergoeding van affectieschade is ook beschreven in het besluit. Dit is een zeer beperkte kring van nabestaanden namelijk partners, ouders, kinderen of duurzame zorgrelaties. Als je niet tot deze kring behoort heb je geen recht op een vergoeding affectieschade. Er is een uitzondering voor personen met een vergelijkbare affectieve relatie. Uit de jurisprudentie blijkt dat dit niet snel wordt aangenomen.
Wilt u weten of u recht heeft op affectieschade? Neem contact met ons op 033 200 28 52 of via ons contactformulier.
Mocht je geen blog willen missen volg ons dan op LinkedIn of Facebook, zodat je steeds als eerste de blog ziet.
mr. Nicole Wilms – letselschadejurist